Ervaringen in de hiërarchie van percepties
In de Perceptual Control Theory gaan we ervan uit dat controle hiërarchisch1Lees meer over hoe dat werkt in het artikel https://perceptualcontrol.nl/artikelen/theorie/pct/hierarchische-organisatie-van-percepties/ is georganiseerd. Je bouwt je eigen ervaring op, in lagen van toenemende complexiteit. Powers beschreef in zijn boek eerst 9 lagen, die hij later uitbreidde tot 11 niveaus. Je moet deze levels zien als een hypothese van hoe bij mensen het controlesysteem is opgebouwd. Het zou goed anders kunnen zijn, en we hebben nog weinig bewijs. Maar het denken volgens deze levels helpt om veel van onze ervaringen te begrijpen, en vanuit die motivatie deel ik deze kennis graag.
Hieronder beschrijf ik de niveaus vanuit de ideeën van Powers, aangevuld met mijn eigen beschrijvingen van hoe je die ideeën kan vertalen in de ervaring van controle en controleverlies, en hoe je de aandacht kan richten op dit niveau zoals je in MOL gesprekken doet. Waar Powers in zijn boek uitgaat van de mechanische en neurologische manier waarop de percepties werken, wil ik hier meer uitgaan van de fenomenologie, de ervaring die je zelf als mens hebt. Let erop dat je de aandacht zelden puur op een bepaalde laag kan richten. De lagen eromheen zijn vaak betrokken in de perifere aandacht. Ook is het belangrijk te weten dat elke hogere laag is opgebouwd uit de lagen eronder; je kan een hogere laag dus nooit onafhankelijk zien van lagen waaruit het is opgebouwd.
Vanaf het laagste niveau (level 1) gaan we naar boven toe. Elke keer is de stap die van een veelheid van percepties naar een eenheid, op het niveau daarboven. Naar boven toe neemt de duur van de ervaring steeds toe, van minder dan een milliseconde op het laagste niveau tot levenslang op het hoogste niveau. Van level 1 tot 3 ervaar je alleen het hier-en-nu. Merk op dat taal pas een rol gaat spelen bij level 6, 7 en 8. De ervaring van een ‘ik‘ is beperkt tot level 9, 10, 11. Daaronder (levels 1-8) is het meer: het gebeurt in mij, of er is, er gebeurt.
De ervaring van psychisch lijden, waar de Method of Levels zich op richt, is meestal beperkt tot controleverlies op de hogere niveaus: programma’s, principes, systeemconcepten. De niveaus daaronder worden meer ervaren als fysiek lijden (bijvoorbeeld pijn, niet kunnen zien, proeven, neurologische uitvalsverschijnselen).
Level 1. Intensities
Het niveau van de intensiteiten is het onderste niveau van de perceptuele hiërarchie. Deze manier van ervaren is beperkt tot de intensiteit van fysieke zintuigelijke informatie. Omdat dit het onderste niveau is, is controle vanuit dit niveau beperkt tot één enkel controlesysteem, bijvoorbeeld één sensor op je netvlies. Op dit niveau krijg je de feedback binnen, vanuit je omgeving of in je lichaam.
Voorbeelden zijn de ervaring van spierspanning, luidheid van geluid, warmte, kou.
Controle op dit niveau ervaar je als ervaring van contact met de fysieke buiten- of binnenwereld. Geaard zijn, of contact hebben. Het verliezen van controle op dit niveau bemerk je bijvoorbeeld bij een plaatselijke verdoving: er komt niets meer binnen, je voelt niets.
Je kan de aandacht op dit niveau richten door te vragen de aandacht te richten op plaatsen waar je lichaam contact maakt met de omgeving: Je voelt je billen op de zitting, je voeten op de vloer. Je kan ook de aandacht richten op de fysieke binnenwereld, bijvoorbeeld bij de ervaring van spanning in je schouder. Bij het richten van de aandacht op deze manier zijn vrijwel altijd ook nog hogere levels betrokken.
Level 2. Sensations
Vanuit een combinatie van intensiteiten kun je verschillende sensaties ervaren. Sensaties kun je zien als samengestelde zintuiglijke informatie.
Voorbeelden zijn de smaak van limonade (zoet en zuur tegelijk), gevoelens waarbij één zintuig betrokken is zoals spanning, pijn.
Controle vanuit dit niveau kan je ervaren als een sensatie: het proeven van een smaak, het voelen van aanraking. Verlies van controle ervaar je als gevoelloosheid of een onvermogen om je zintuiglijke informatie thuis te brengen: verlies van smaak, geur, zicht.
Je kan de aandacht richten op dit niveau door te vragen: Wat ervaar je nu? Wat voel je nu? Je voelt dan bijvoorbeeld dat er een soort ‘druk’ op zit, dat iets pijn doet, dat iets ontspant. Bij dit soort oefeningen is dan zowel het niveau van sensaties als het niveau daaronder, intensiteiten, betrokken.
Level 3. Configurations
Vanuit dit niveau van perceptie ervaar je bepaalde configuraties van sensaties.
Voorbeelden zijn objecten, zoals een stoel, of emoties, zoals boosheid, zonder dat het al een naam of betekenis heeft. Emoties kan je zien als een combinatie van sensaties, waarbij verschillende zintuiglijke ervaringen worden gecombineerd.
Controle op dit niveau ervaar je als dat er orde is, er zijn patronen, vormen. Verlies van controle betekent dat je geen orde herkent, dat objecten geen eenheid hebben.
Je kan de aandacht richten naar dit niveau door te vragen: Wat ervaar je nu? Welke emotie ervaar je? De ervaringen die je dan krijgt zijn bijvoorbeeld: Ik zie een soort grote zwarte vlek, Er is een soort knoop, Ik voel overal boosheid.
Level 4. Transitions
Als je ervaart hoe de ene configuratie in een volgende overgaat, ervaar je transities: bewegende, veranderende configuraties.
Voorbeelden zijn de ervaring van tijd, beweging, verandering.
Controle op dit niveau ervaar je als perceptie van verandering, verloop van tijd of processen, beweging. Controleverlies kan betekenen dat je geen idee hebt van tijd of beweging, dat er geen overgangen zijn.
Je richt je aandacht op dit niveau door te vragen: Wat verandert er nu? Hoe gaat configuratie X over in configuratie Y? Wat beweegt zich in je? Ervaringen zijn dan bijvoorbeeld: Het stroomt, het verandert.
Level 5. Events
De percepties op de niveaus 1-4 kun je samen ervaren als een ‘event’, een kortdurende gebeurtenis. Dit niveau verenigt dus de ervaring in een gebeurtenis. Op dit niveau wordt ook de continue ervaring zoals in de levels eronder, onderbroken. In de ervaring is er nu sprake van een gebeurtenis die ook weer stopt.
Voorbeelden van event-level percepties zijn een slok koffie, een deur die open gaat, een hart dat bonst.
Controle op dit niveau ervaar je als ervaren dat er iets begint en eindigt. Controleverlies zou dan zijn dat je geen idee hebt of iets stopt of doorgaat.
De aandacht richt je op dit niveau door te vragen: Wat gebeurt er nu? Wat ervaar je nu?, of te verwijzen naar wat je ziet: Je slikt. Je lacht.
Level 6. Relationships
Vanaf dit niveau leg je relaties tussen onderliggende perceptuele ervaringen. Je ervaart hoe percepties met elkaar samenhangen.
Een voorbeeld is de ervaring van de smaak van koffie met het gevoel van koffie. De positie van de mok op de tafel. De klap met de deur die dichtslaat.
Controle op dit niveau ervaar je als het ervaren van een relatie, van samenhang. Je weet hoe iets verbonden is in de ruimte, tijd in het proces. Er is een begrip van oorzaak en gevolg, de ervaring van causaliteit begint hier. Controleverlies betekent dat je niet meer weet wat het met elkaar te maken heeft, je verliest het gevoel van samenhang.
Je kan de aandacht richten op dit niveau door te vragen naar de relatie tussen ervaringen. Is het gevoel groter of kleiner dan X? Is het meer of minder? Is het boven of onder? Naast of tegenover? Wat is het verband tussen X en Y?
Level 7. Categories
Vanuit dit niveau kun je onderliggende percepties indelen in categorieën die eigenschappen delen.
Je ervaart dan bijvoorbeeld katten, vogels, voedsel, mensen, dieren.
Op dit niveau is alles zwart/wit. Het is óf een kat, óf geen kat. Als het een kat is, dan is het géén hond.
Controle op dit niveau ervaar je als onderscheid kunnen maken. Je weet zeker dat iets behoort tot een bepaalde categorie, soort, klasse. Controleverlies op dit niveau betekent dat het je niet lukt onderscheid te maken of iets in te delen. Bijvoorbeeld als je voor het eerst een vogelbekdier ziet en het dier niet thuis kan brengen.
Je kan de aandacht richten op dit niveau als je vraagt naar concrete percepties met hun overeenkomsten en verschillen. Wat is er nog meer? Is X anders dan Y? Je ervaart dan bijvoorbeeld: Het is niet echt een gat, meer een tunnel. Ja, een tunnel. Of: Er komt [een bepaald woord of beeld] bij me op.
Level 8. Sequences
Vanuit dit niveau ervaar je percepties als een sequentie, met een vaste volgorde in tijd, plaats of proces.
Voorbeelden van sequenties zijn de ervaring van een melodie, een route, een zin.
Controle op dit niveau ervaar je als voorspelbaarheid, oriëntatie in ruimte en tijd. Bijvoorbeeld als je op een doorgaande weg loopt, dan is de volgende stap vanzelfsprekend. Op dit niveau lijkt het ook alsof je door de omgeving gestuurd wordt, als in een stimulus-respons model. Je volgt de weg, je voert het stappenplan uit, je laat je meenemen door wat er op je pad komt. Controleverlies op dit niveau is de ervaring van desoriëntatie en onvoorspelbaarheid, niet weten wat er volgt: Waar ben ik? Waar ben ik gebleven?
Je richt de aandacht op dit niveau door te vragen: Wat gaat er nu door je heen? Wat komt er nu in je op? Wat is er nog meer? Ga verder… Je hebt dan ervaringen als: Het gaat als vanzelf. Het is alsof het stroomt.
Level 9. Programs
Vanuit dit niveau ervaar je een structuur van tests en keuzepunten over de onderliggende sequenties.
Het is alsof je van een doorgaande weg op een kruispunt belandt: wat kies je nu?
Voorbeelden van ervaringen op dit niveau zijn het volgen van een recept, het bedenken van een plan, het maken van een keuze, het schrijven van een paragraaf.
Controle vanuit dit niveau ervaar je als het kunnen maken van de keuze, het soepel bedenken of uitvoeren van een plan. Je kiest je doel en schiet. Je weet dat wat je doet klopt, een logische, passende, juiste stap is. Dit is het niveau van moeten: in het geval van X, doe Y. Controleverlies ervaar je als besluiteloosheid, niet weten wat je moet doen, niet kunnen kiezen.
De aandacht richt je op dit niveau door te vragen: Vertel? Wat maakt dat je dit zegt of denkt? Hoe ziet ‘een puinhoop maken’ er uit? Als je dit voor je ziet, wat denk je dan? Wat houdt je tegen? Je ervaart dan bijvoorbeeld de gedachten: Ik moet eens ophouden met… Ik weet niet wat ik moet doen! Ik twijfel tussen X en Y. Het lijkt alsof ik moet kiezen tussen…
Level 10. Principles
Vanaf dit niveau ervaar je fundamentele principes, waarden, overtuigingen. Je geeft vanaf dit niveau sturing aan de onderliggende programma’s.
Voorbeelden zijn: Doe geen kwaad. Bescherm de natuur. Zorg voor jezelf. Principes kun je op allerlei verschillende manieren vormgeven in programma’s, maar je kunt ze zelf vaak maar moeilijk verwoorden. Het is meer een intuïtief weten, een voelen of iets goed is of niet. Het is de ervaring van kwaliteit, zoals de kok weet dat de soep klaar is en de leraar weet dat een kind iets begrijpt. Je voelt het.
Controle vanuit het niveau van principes is de ervaring van kwaliteit, van dat iets van waarde is. Dat het goed is, mooi is, dat je het begrijpt, dat het belangrijk is. Je ervaart wat je wil. Verlies van controle voelt als een verlies van betekenis, je weet niet wat belangrijk is of wat je wil.
Je kan de aandacht richten op dit niveau door te vragen: Wat maakt dit belangrijk voor je? Wat betekent dit voor je? Waarom maak je die keuze? De ervaringen klinken vager dan die van programma’s: het voelt goed. Het voelt verkeerd. Dit is belangrijk voor me, ik voel dat ik dit wil.
Level 11. System Concepts
Als je een combinatie van principes als een eenheid, als een coherente organisatie kan ervaren, dan doe je dat vanuit het niveau van de systeemconcepten.
Je ervaart zo bijvoorbeeld je identiteit, persoonlijkheid, je wereldbeeld. Ook een alomvattende theorie zoals de PCT kun je ervaren als een systeem concept.
Controle vanuit dit niveau voelt als dat iets waar is. Iets past bij je wereldbeeld, bij jou, bij het systeemconcept van waaruit je alles beschouwt. Je kan bijvoorbeeld ervaren: Dit is wie ik ben. Dit is de waarheid. Dit is hoe het werkt. Verlies van controle van dit niveau is een existentiële crisis. Je weet niet meer wat waar is, of wie je bent. Je wereld valt uiteen of wordt niet langer bijeengehouden.
Je kan de aandacht richten op dit niveau door te vragen: Wat betekent dit principe voor je? Of je vraagt hoe je verschillende principes combineert. Hoe is het voor je om die twee principes zo tegelijkertijd te zien? Een goede ouder (systeemconcept) laat haar kind vrij (principe) en beschermt het (principe). Je bent er als je merkt: dit voelt waar! Het voelt als een geheel! Dit is wie ik ben!
Level 12.
Level 12 is door Powers zelf niet beschreven. Hij ontkent de mogelijkheid van het bestaan van dit niveau niet, maar hij benoemde deze niet uit zijn eigen ervaring.
Op niveau 12 zou je als je de lijn volgt, een combinatie van systeemconcepten samen ervaren als één geheel. Dat zou ook moeten gelden voor systeemconcepten die op hun eigen niveau tegenstrijdig of onverenigbaar lijken. Bijvoorbeeld de wereldbeelden vanuit verschillende religies, of meerdere persoonlijkheden, die je als eenheid zou ervaren.
Deze ervaring van eenheid komt wel terug in teksten over meditatie, boeddhistische teksten, filosofische teksten en onder invloed van psychedelica. Je kan op dit niveau ervaren hoe alles één is, waarbij ook de ervaring van het zelf verdwijnt. Voor we er meer van weten, heeft dit level nog méér dan de andere levels, de status van hypothese.
Meer lezen over de hiërarchie
Literatuur
Beschrijvingen gebaseerd op de volgende bronnen:
De Hullu, E. (2019) Exploring the Control Hierarchy. Poster presented at the annual conference of the international association for Perceptual Control Theory, Manchester, UK.
Marken, R. S. (2002). More mind readings: Methods and models in the study of purpose. New View Publications.
Nickols , F. (2016) Levels of HPCT https://nickols.us/LevelsofHPCT.pdf
Pattee, H.H. (1973). Hierarchy theory: the challenge of complex systems. George Braziller, New York, 1973.
Powers, W. T. (1973, 2005). Behavior: The control of perception. Benchmark Publications
Powers, W. T. (1998). Making sense of behavior. Benchmark Publications
Runkel, P. J. (2003). People as Living Things: The Psychology of Perceptual Control. Living Control Systems Publishing