Masterthese Louise Poot – Loss of Control in Psychological Problems

Louise Poot werkte voor haar masterthese aan de Open Universiteit uit hoe je controleverlies zou kunnen conceptualiseren en herkennen in de dagelijkse praktijk. Het resultaat is een omvangrijk en systematisch uitgewerkte literatuurstudie die een bruikbare basis is voor verder onderzoek waarin we psychopathologie leren begrijpen als het gevolg van controleverlies.

Samenvatting
Welke rol speelt controleverlies bij psychologische problemen? De resultaten geven aan dat controleverlies kan worden beschouwd als het resultaat van een (onbewust) conflict tussen doelen dat psychologisch leed veroorzaakt. Wanneer het conflict aanhoudt en chronisch wordt, kan het leed zich ontwikkelen tot psychopathologie. De ervaring van controleverlies kan gezien worden als een indicator voor de aanwezigheid van een conflict tussen doelen. De vraag naar de rol van controleverlies kwam voort uit de klinische waarneming dat de meeste cliënten vaak melding maken van controleverlies of de angst om meer controle te verliezen, ongeacht hun DSM-5 diagnose en leidde tot de vragen:

  1. Wat wordt bedoeld met controle op het gebied van de psychologie?
  2. Wat wordt bedoeld met controleverlies op het gebied van de psychologie?
  3. Wat zijn de oorzaken van het verlies van controle?
  4. Is er onderzoek gedaan naar de relatie tussen het ervaren van controleverlies en psychische stoornissen en zo ja, wat zijn de uitkomsten en conclusies?
  5. Is de ervaring of angst voor controleverlies aanwezig in de beschrijvingen van psychische stoornissen en zo ja, in welke mate?

De onderzoeksopzet bestaat uit drie systematische literatuurstudies (Control, Controleverlies en Controleverlies in relatie tot psychische stoornissen) om de eerste vier vragen te beantwoorden, een kritische analyse van de beschrijvingen van depressieve stoornissen (DSM-5) en een frequentiemeting van de geïdentificeerde aanwezigheid van controleverlies om de vijfde vraag te beantwoorden. Op basis van de PRISMA-principes (Preferred Reporting Items for Systematic reviews
en Meta-Analyses) zijn vooraf review-protocollen opgesteld.

Wat wordt bedoeld met controle en controleverlies op het gebied van de psychologie? Alleen in de literatuur over Perceptuele Controle Theorie (PCT) zijn definities van controle gevonden. Controle wordt gedefinieerd als “het bereiken en handhaven van een vooraf geselecteerde perceptuele toestand in het controlesysteem door middel van acties op de omgeving die ook de
effecten van stoornissen opheffen” (Powers, 2008, p. 296). In de niet-PCT-literatuur zijn definities van zelfcontrole, zelfregulering, zelfmanagement en zelfcontrole gevonden, maar deze beschrijven niet wat controle is en hoe het werkt. De heterogeniteit van het construct is al eerder door anderen benadrukt.

Wat is de oorzaak van het verlies van controle? Alleen in de PCT-gerelateerde literatuur is een beschrijving gegeven: “Controlesystemen kunnen automatisch werken, zonder vrijwillige controle. Wanneer twee besturingssystemen met elkaar in conflict zijn, wordt één van deze systemen door bewuste pogingen weerstaan, maar het besturingssysteem geeft niet toe aan pogingen tot onderdrukking, en het individu krijgt het gevoel dat de reacties die door dit systeem worden veroorzaakt onvrijwillig zijn. Vermoedelijk zal, naarmate een controlesysteem verder van de rest van de controlehiërarchie van een individu wordt losgekoppeld, het gedrag ervan meer als onvrijwillig en, of als uit de hand gelopen worden ervaren” (Mansell, 2005, p. 159).

Zijn er studies uitgevoerd naar de relatie tussen de ervaring van het verlies van controle en psychische stoornissen en zo ja, wat zijn de uitkomsten en conclusies? Vierentwintig verschillende psychische stoornissen (DSM-5) zijn geïdentificeerd in relatie tot controleverlies. Dit impliceert dat de ervaring van controleverlies niet stoornis-specifiek is (transdiagnostisch). En controleverlies is daarnaast in verband gebracht met psychopathologie in het algemeen. Is de ervaring of angst voor controleverlies aanwezig in de beschrijvingen van psychische stoornissen en zo ja, in welke mate? Controleverlies is twee keer geïdentificeerd. De beperkte scope en het gebrek aan accurate zoektermen zijn mogelijke verklaringen voor de geringe aanwezigheid van controleverlies. Een snelle blik op beschrijvingen van andere psychische stoornissen met dezelfde
zoektermen leverde treffers op bij Eetbuistoornissen (307.51), Paranoïde Persoonlijkheidsstoornis (301.0) en Depersonalisatie/Derealisatiestoornis (300.6). Met betrekking tot de zoektermen wordt aanbevolen om kwalitatief onderzoek te doen met vragenlijsten en semi gestructureerde klinische interviews om een taxonomie van veel voorkomende uitingen van controleverlies en thema’s van conflicten te ontwikkelen. Aanvullend onderzoek met variabelen als geslacht, leeftijd,
opleidingsniveau, religie en persoonlijke kenmerken kan aanvullend worden uitgevoerd om de resultaten verder te verdiepen. Door het uitvoeren van bovengenoemde kwalitatief onderzoek kan een meer realistische en valide inschatting van de aanwezigheid van controleverlies binnen de beschrijvingen van psychische stoornissen (DSM-5) worden gerealiseerd.

Overstijgende bevindingen. De belangrijkste overstijgende bevinding is de verworven kennis van een alternatieve kijk (PCT) op menselijk gedrag, waarbij mensen worden gezien als levende controlesystemen en gedrag als controle van percepties, in tegenstelling tot de heersende opvatting in de moderne psychologie. De implicaties van de PCT-visie voor de effectiviteit van behandelingen en het DSM-classificatiesysteem zijn geschetst. De klinische observatie, ondersteund door empirisch
bewijs uit deze studie, leidt tot de aanname dat de ervaring van of angst voor controleverlies kan worden beschouwd als een transdiagnostische factor bij psychische stoornissen. Wanneer in de therapie aandacht wordt besteed aan conflicten, door te onderzoeken welke innerlijke doelen worden nagestreefd (gecontroleerde variabelen) en wat het bereiken ervan belemmert (inhoud van het conflict), kunnen meer mensen baat hebben bij de behandeling.

Wie de these wil lezen (Engelstalig) kan deze opvragen bij Eva de Hullu, die Louise aan de Open Universiteit bij deze scriptie mocht begeleiden.