Wat gebeurt er als je afstand neemt?

Zie je het hert, als je van verder weg kijkt? Petroglief in Gobustan in Azerbeidzjan. Foto Eva de Hullu

Ik lig in bed aan van alles tegelijk te denken. Verschillende gedachtenlijnen zijn verknoopt en lopen uiteen, tot in nieuwe knopen. Het draait en maalt. Als ik aan een touwtje trek om het losser te maken, gaat er ergens anders weer iets vast zitten. Soms lijkt er iets te verschuiven en wordt een idee helder. Dan dient zich weer een andere knoop aan en gaat het proces verder. Ik zou moeten slapen: het is midden in de nacht. Ik zie mezelf in de knoop zitten en slaak een diepe zucht. Wat gebeurt er?

Wat gebeurt er als je van een afstand naar jezelf kijkt? Hoe kan je over je eigen schouder meekijken? Hoe kan het dat het vanaf dat perspectief anders is dan als je midden in de knoop aan het wroeten bent?

In de Perceptual Control Theory onderscheiden we verschillende lagen van controle, die elk op een heel specifieke manier controle kunnen houden. Elk niveau bouwt voort op de onderliggende niveaus, en elk hoger niveau is nodig als het op de lagere niveaus niet lukt om percepties onder controle te krijgen.

De niveaus die we nodig hebben om te begrijpen wat er gebeurt als je een stap achteruit zet, bevinden zich in de hogere lagen, de lagen waarin denken, weten en voelen bij elkaar komen. Vooral het niveau van de controle van programma’s is hierin van belang. Controle vanuit dat niveau ziet eruit als een steeds vertakkende boom waarin op elke vertakking een keuze ligt, en vanuit die keuze volgen weer andere keuzes. Controle op dit niveau verloopt via de verbeelding: in je hoofd loop je alle mogelijkheden af tot je probleem – ten minste denkbeeldig – is opgelost. Dit is een rationeel proces, emotie komt pas bij het niveau hoger (controle van principes) van pas. Je gebruikt alle mogelijke informatie om voor de doelen die je hebt een werkend plan te maken.

Voorbeeld: ik ben van plan vanmiddag even de stad in te gaan om een paar boodschappen te doen. Ik heb een ledlamp nodig, een nieuwe emmer, een paar kindersokken en pakken rijst, linzen en bonen. Op basis van mijn kennis van de winkels in de stad, wat ze verkopen, het stratenplan en de parkeergelegenheden, bedenk ik tevoren welke route handig is. Ik zorg ook dat ik pas op het laatst naar de Turkse winkel ga, omdat ik dan veel zware spullen heb. Die ik dan wel weer handig in de emmer kan doen. Ik bedenk met de lamp te beginnen, bij de onderdelenwinkel. Of wacht, misschien kan dat ook wel bij de HEMA want daar moet ik toch heen voor de sokken. En die emmer hebben ze daar misschien ook? Anders toch naar de Blokker, al is dat net de andere kant op. En dan parkeer ik vlak bij de Turkse winkel, dat is handig voor die zware spullen. Dus: Parkeren bij de Turkse winkel, eerst naar de Hema, als ze daar niet alles hebben nog even naar de Blokker, en dan de zware levensmiddelen. Het plan is klaar.

De controle op programma niveau is dus een manier om al die mogelijkheden te overzien om een doel te bereiken, en in je verbeelding uit te proberen. Wat als ik eerst dit doe? Wat als ik dat op het laatste doe? Wat gebeurt er dus, als ik zo aan het malen en piekeren ben? Dat is precies controle van programma’s: ik heb een probleem dat ik niet helemaal begrijp, en ik probeer alle mogelijkheden uit om het op te lossen.

En wat betekent het daarin, als ik wat afstand neem?

De verschillende plannen en mogelijkheden om een bepaald doel te bereiken, kan je zien als één tak met meerdere vertakkingen. Maar die tak zit ook weer vast aan een andere tak. En die zit ook weer vast aan een nog wat zwaardere tak. Als je afstand neemt, dan ga je als het ware iets dichter naar de stam, en krijgt zicht op de takkenbos waar je net nog in zat. Je verschuift je blikveld naar iets hogere doelen en dat geeft op dat niveau weer flexibiliteit. Moeten de boodschappen echt vandaag? Is het nu nodig? Wil ik eigenlijk niet liever vandaag van het mooie weer genieten?

Het hele gebeuren dat ik hier beschrijf, is dus op het niveau van de controle van programma’s. Pas als je er op dat niveau niet uitkomt, doordat je bijvoorbeeld niet kan kiezen tussen twee mogelijkheden, komt het hogere niveau, controle van principes, in beeld.

Controle van principes stijgt boven het niveau van de meetbare informatie uit. In plaats van hogerop in de takkenwereld, bekijk je vanuit dit niveau naar het geheel in het hier-en-nu. Hoe is het voor je, om in deze knoop te zitten? Wat merk je, als je zo dit plan bedenkt? Principe controle neemt het hele bouwwerk aan perceptuele controle mee: het omvat je gedachten, je beelden, je gevoelens. In plaats van de wirwar van takken, is de controle nu gericht op de boom als geheel.

Het niveau van controle van principes bevat de hogere doelen: niet het hoe, maar het waarom. Waarom doe ik boodschappen? Zodat ik kan zorgen voor mijn gezin. Ik wil dat die zorg goed is, en zou het voelen als ik daarin zou falen. Maar binnen dat hogere principe maakt het dus niet uit of ik vandaag of morgen de boodschappen doe, of precies deze boodschappen, of waar precies. Op het niveau van principes gaat het om het grote geheel, zonder die details.

Als we inzoomen en dan langzaam uitzoomen, zien we dus eerst een enkele tak. Dat is de controle op sequentie-niveau: een duidelijk stappenplan zonder keuzes. Vervolgens zien we meerdere vertakkingen, een wirwar van takken. Dat is de programma-controle waarin je de keuzes kan verkennen. Zoomen we nog verder uit dan zie je de boom als geheel, met zijn eigen karakter en toestand, dat is de controle van principes. Zoom je dan nog verder uit, dan kan je zien hoe ook alle bomen weer onderling verbonden zijn, tot een heel bos. Dat is dan het hoogste niveau, van de systeemconcepten, waarin je controle houdt over wat er waar is of niet, over je wereldbeeld. Maar dat is weer een ander verhaal.

Kijk je van een afstand naar jezelf, dan volg je de vertakkingen dus eerst wat dichter naar de stam, waardoor je meer mogelijkheden overziet. Als je nog dieper wil reflecteren kan je een niveau hoger springen, en het geheel beschouwen vanuit de principes. Dan kan je intuïtief, voelend weten of iets goed is of niet.

Als ik ’s nachts lig te malen en te draaien, dan kan ik die ruimte ook verkennen. Dan kan ik kiezen welke takken ik uitbouw, en welke ik nog onaangeraakt laat liggen. Ik kan ook nog een stap hoger, verbinding maken met het hele lijf en voelen of het goed is zo, vanuit de principes. Dat is die zucht. Nu eerst slapen.


Eva de Hullu, maart 2022