Stop: je maakt het alleen maar erger!

Hoe werkt Positieve Feedback?

M.C. Escher. Afbeelding: https://www.pyth.eu/het-droste-effect-a-la-escher

“I only give negative feedback”, staat er op een shirt dat ik van een vriend kreeg, om naar mijn lessen aan te trekken. Een nerd-grapje, op een nerd-model T-shirt, dat ik dus niet aantrek. Maar wat er op staat klopt wel. Ik geef alleen maar negatieve feedback. Ik lees de verslagen van mijn studenten, merk op waar er iets fout gaat, en geef feedback met het doel die fout te verminderen in de volgende versie. Dat is het principe van negatieve feedback: je doet wat je kan om de error, het verschil tussen hoe het is en hoe het zou moeten zijn, te verkleinen. De negatieve feedback-loop is hoe we als controlesystemen werken en hoe alle controlesystemen die we hebben – of beter: die we zíjn – voortdurend hun error verminderen en hun doelen behalen. 

Ik krijg altijd een moeilijk te onderdrukken, cringe-achtig gevoel als ik collega’s hoor praten over hoe belangrijk het is dat je als docent positieve feedback geeft. “Niet doen!” wil ik dan roepen. Maar ik houd me in: ook zonder dat ik een nerd-shirt draag ben ik al te vaak degene die het beter weet. Maar ik heb wel gelijk: het is een stom plan om positieve feedback te geven. 

Positieve feedback is het omgekeerde van negatieve feedback. Waar negatieve feedback er voor zorgt dat de error kleiner wordt, maakt positieve feedback die error juist groter. Alles wat je dan doet, maakt het verschil tussen hoe het is en zou moeten zijn, dus groter. Dat zorgt binnen de kortste keren voor een enorm probleem.

Ken je dat schel rondzingende geluid van een microfoon op een congres? De spreker spreekt in de microfoon, en in plaats van dat je de spreker hoort, hoor je een steeds luider hoger geluid dat alle verdere communicatie onmogelijk maakt. Die positieve feedback wordt veroorzaakt doordat de output van de microfoon, het versterkte geluid vanuit de speakers, weer teruggeleid wordt (feed-back dus) als input van de microfoon. De microfoon versterkt zijn eigen versterkte geluid in een lus – het versterkt en versterkt en versterkt. Het eerste wat je dan doet is de stekker er uit trekken, zodat het geluid stopt. Vervolgens moet je ervoor zorgen dat de microfoon alleen de stem van de spreker opvangt, en niet het versterkte geluid. Door de stekkers beter te verbinden, of door als spreker niet naast de speakers te gaan staan. 

Vereenvoudigde afbeelding van een controlesysteem. In het gehele model zijn input en output verbonden met de lagen boven en onder dit systeem. De feedback loop loopt dan door die lagere systemen heen.

Positieve feedback loops zijn eigenlijk altijd ongewenst. In welke situatie wil je  immers dat een perceptie gierend uit de hand loopt? Zelfs als je in een positieve feedback-loop van gelukzaligheid belandt, moet je oppassen dat je niet manisch wordt. Positieve feedback betekent controleverlies: het lukt je met positieve feedback nooit om een perceptie op een gewenste waarde te houden. 

Toch maak je positieve feedback regelmatig mee. Enkele voorbeelden:

  • Als je een opkomend gevoel van paniek hebt, en probeert om niet in paniek te raken, dan maakt dat proberen zelf het vaak erger. Je merkt dat het niet lukt, daardoor raak je erger in paniek, waardoor het nog minder goed lukt om niet in paniek te raken, waardoor je doelen dus nog verder uit zicht raken en je daarover nog meer in paniek raakt. 
  • Als mijn zoon zich verveelt, dan zeg ik vaak: ga met lego spelen dan. Iets tekenen. Gitaar oefenen. Maar al die dingen maken het erger: hij heeft er geen zin in, het gevoel van verveling neemt alleen maar toe. Hij zelf heeft het ook: alles wat hij bedenkt met het doel de verveling te verminderen, zorgt er alleen maar voor dat hij zich vervelender gaat voelen omdat hij merkt dat hij nergens zin in heeft. 
  • Ik had een conflict met iemand waar ik mee samenwerkte. Het ging eigenlijk niet over iets belangrijks, het leek voor mij vooral vooral onbegrip en miscommunicatie. Ik probeerde de samenwerking te redden, maar alles wat ik deed om ervoor te zorgen dat hij me wel begreep (uitleggen, argumenteren, vragen, het probleem op scherp zetten) maakte het onbegrip alleen maar erger. Hoe heftiger ik argumenteerde, hoe groter het onbegrip en dus het probleem werd. 

Bij al deze situaties kan je hetzelfde doen als bij de microfoon: De stekker er uit trekken, om ervoor te zorgen dat je niet dat zichzelf versterkende error signaal ervaart. Je kan de paniek stoppen door een koude douche te nemen; de verveling stoppen door je kind de tuin in te sturen, de ruzie stoppen door de samenwerking te beëindigen. 

Maar daarmee heb je het probleem nog niet bij de oorzaak aangepakt. Daarvoor moet je goed weten wat die positieve feedback-loop nu in gang zette. Net als het bij een microfoon komt doordat de microfoon het verkeerde signaal oppikt, krijg je positieve feedback-loops – die gierend uit de hand lopende situaties – doordat je de verkeerde perceptie probeert te controleren. Kijk maar mee: 

  • Als je paniek probeert te controleren, betekent dat dat je gecontroleerde variabele het paniekniveau is. Dat wil je op een laag niveau krijgen. Je huidige niveau is echter hoog. Daardoor ervaar je error, en die error ís het gevoel van paniek. Je probeert iets te controleren wat zelf niet onder controle moet staan (het errorsignaal), dus daarom werkt het niet. Het helpt om dan op zoek te gaan naar iets dat je wel kan controleren. Je ademhaling. Je gevoel van sensaties in je armen of benen. Een van de andere vele doelen die je probeert te bereiken. Een kopje thee drinken, een blokje om lopen. Zo kom je er weer uit.
  • Als je verveling probeert te controleren, en het lukt niet, voel je je nog vervelender. Je hebt dat vervelende gevoel zelf niet onder controle. Het gevoel zelf ís de error die ontstaat als het niet lukt om controle te krijgen over bepaalde belangrijke percepties. Het probleem lost zich op als het je lukt om een ander, wel haalbaar doel na te streven. De kat aaien. De kat voeren. Iets te doen en te merken dat je er zin in hebt gekregen. 
  • Als ik nu terugkijk op het probleem met mijn collega, kan ik zien hoe zijn plan om de stekker uit de samenwerking te trekken, een poging is om de positieve feedback – het steeds maar erger worden – te stoppen. Door de samenwerking te stoppen, stopt de cirkel van toenemend onbegrip. Jammer is alleen dat je daarmee niets overhoudt; de doelen die we samen hadden zijn daarmee ook verloren. Als je dit overkomt, en er is nog ruimte om het te redden, is het handig om ervoor te zorgen dat het systeem weer op orde komt door de goede variabelen te controleren. Het signaal dat we controleerden – het onbegrip – is kennelijk zelf een vorm van error. Het is het resultaat van een ander controleproces dat niet goed loopt. Daar moet je dus naar op zoek: wat probeer je te controleren, zonder dat dat lukt? Welke doelen wil je bereiken? Als je dat helder hebt en de techniek weer op orde is, kan de stekker er weer in. 

Je herkent een situatie van positieve feedback doordat het steeds erger wordt. Bij een conflict blijf je vastzitten: je bereikt je doelen niet, hoe hard je ook probeert, maar het loopt ook niet uit de hand. De toestand blijft hetzelfde, ongeacht de moeite. In het geval van positieve feedback loopt het gierend uit de hand, en lijkt alles wat je doet het erger te maken. 

Bij een conflict is het de zaak om stil te staan, de aandacht te richten op de relevante aspecten van het probleem en het reorganisatieproces haar werk te laten doen. Dan kan je vanuit hogere doelen weer een manier vinden om verder te gaan. Bij positieve feedback moet je ook stilstaan. Eerst door snel te handelen en de stekker er uit te halen. Vervolgens door na te gaan wat je probeert te controleren, en er zo achter te komen dat je iets probeert te controleren dat je helemaal niet kan controleren. Je probeert de error zelf op een bepaald niveau te houden, en zo werkt het niet. De error – het vervelende gevoel, het gevoel van paniek, het onbegrip tussen twee partijen – is zelf een onderdeel van het controlesysteem, maar geeft je geen houvast om de controle te verbeteren.

Je moet op zoek gaan naar een doel dat je kan bereiken, dan vindt je de controle weer terug. Als je microfoon rondzingt, zorg dan dat je de goede input krijgt: de stem, niet de versterker. In geval van paniek: zorg dat je je richt op een klein, bereikbaar doel, dan krijg je weer controle. In geval van verveling: blijf net zolang rommelen tot je iets vindt waar je zin in krijgt.  Als er pijn is in een relatie, onbegrip, frustratie, praat dan over wat je allebei belangrijk vindt en richt je daarop, dan geef je op die manier de pijn de kans om te verminderen zonder dat het erger wordt.

Doordat ik zelf in een situatie van een positieve feedback-loop belandde, merkte ik hoe weinig controle ik had op het moment dat het mis ging. Maar ik leerde ook hoe het werkte, deze vorm van controleverlies. Als je het errorsignaal zelf probeert onder controle te houden, zonder daarbij oog te hebben voor de hogere doelen waar het om gaat, dan gaat het dus mis. Dat maakt het belangrijk om in moeilijke situaties alle emoties (errorsignalen) de ruimte te geven om hun werk te doen. Als je de error probeert klein te houden, is elke afwijking daarvan een teken van mislukking, waarmee je de error weer vergroot. Dus richt je aandacht op de hogere doelen, en geef je gevoel de ruimte om je daarin de richting te wijzen.

Eva de Hullu, november 2021