In de psychologie zijn er honderden theorieën die menselijk gedrag proberen te verklaren. Als psycholoog leer je mensen bekijken vanuit verschillende uitgangspunten. Door je te verdiepen in de leertheorie, met het idee van klassieke en operante conditionering, probeer je te begrijpen hoe je gedrag kan beïnvloeden. Door de cognitieve theorie, met haar schema’s en vertekeningen in de waarneming probeer je te begrijpen hoe het kan dat mensen op hun eigen manier de wereld ervaren. En dat zijn alleen nog maar de grote theorieën. Wat je als psychologiestudent of psycholoog van theorie leert, is dat een theorie vooral een manier is die je kan gebruiken om iets dat je waarneemt te verklaren, maar dat die verklaring nooit helemaal klopt.
In de behandeling van psychische klachten en stoornissen zie je dezelfde veelheid aan benaderingen. Er zijn vele manieren om bijvoorbeeld angst te begrijpen en te behandelen, en die zijn uitgewerkt in verschillende methoden en protocollen. Welke methode je kiest, maakt vaak niet zo gek veel uit. Behandelingen zijn sowieso beperkt effectief.
In psychologisch onderzoek is het niet anders. Het is onmogelijk nog een onderzoeksveld te overzien, want er zijn zoveel verschillende manieren, methoden, technieken, benaderingen met even zoveel resultaten die ook nog eens verschillende kanten uitwijzen. Er is een replicatiecrisis, waaruit blijkt dat bijna niets wat decennialang in de leerboeken stond, bij nauwkeurig en herhaald onderzoek overeind blijft. Die enorme berg aan resultaten geeft geen zekerheid.
We zitten met een crisis in psychologisch onderzoek waarvan de positieve resultaten niet repliceerbaar zijn. We zitten met een wirwar aan theorieën die met elkaar botsen en desondanks naast elkaar kunnen blijven bestaan. In de klinische praktijk hebben we geen goede verklaringen waarom psychisch lijden bestaat en wat je eraan kunt doen. We kunnen de psychische klachten namen geven en die namen clusteren en classificeren, maar van begrijpen is geen sprake. We komen er in de psychologie en psychotherapie niet meer uit.
Als je de psychologie vanaf een afstandje bekijkt, wat zie je dan? Hoe komt het dat we er niet uitkomen? Vanaf die afstand zie je hoe die wirwar geen chaos is, maar dat een groter beeld ontbreekt. Waar heb je in de psychologie ooit het gevoel dat het klopt? Waar is de eenheid om al die veelheid bij elkaar te brengen?
De Perceptual Control Theory brengt die eenheid in de psychologie. Het is een wetenschappelijke theorie die helpt om op fundamenteel niveau te begrijpen hoe mensen en andere levende organismen werken. Alles wat we doen draait om de controle van perceptie. Deze theorie kan een revolutie teweegbrengen in de psychologie omdat ze de gangbare theorieën enorm in verklaringskracht overtreft.
Het mooie aan de Perceptual Control Theory vind ik dat deze theorie past op alle ervaringen die je hebt. Het gaat niet alleen over emotie of over gedrag, niet alleen over leren of over vergeten. Alles zit er in, omdat het een theorie is die de mens als geheel beschouwt.
Op deze site lees je meer over deze theorie. Ik probeer de basis uit te leggen, gids je naar materiaal om verder te leren en schrijf stukken over hoe ik de theorie toepas om alles wat ik tegenkom te begrijpen. Een mooie bijkomstigheid van de PCT is dat haar toepassing in gesprekstherapie, de Method of Levels (MOL) heel goed aansluit bij hoe veel psychologen vanuit ervaring hun therapeutische gesprekken willen voeren, en hoe je als cliënt het liefste zou willen dat je psycholoog zou werken.
Ik wens je veel plezier in het ontdekken van deze theorie en gespreksmethode. Er zijn verschillende manieren om bij te dragen, in contact te komen en anderen te ontmoeten. Laat gerust van je horen.
Eva de Hullu