We kregen van een MOL cursist de vraag hoe je de MOL kan gebruiken met cliënten met een specifieke fobie. Normaalgesproken zou je met die cliënten exposure doen, waarvan wetenschappelijk veel bewijs is dat het goed werkt. Waarom en hoe zou je dan de MOL gebruiken?
Zowel Tim Carey als Warren Mansell hebben verschillende artikelen geschreven die je helpen hier een weg in te vinden. De rode lijn is dat als je vanuit de MOL en de PCT weet hoe je cliënten kan helpen te reorganiseren, je ook bij de gebruikelijke methoden (exposure, emdr, schematherapie) gaat onderzoeken wat het daarin is dat helpt, en wat je kan weglaten als het niet nodig is.
Er is veel bewijs dat exposure werkt om mensen met specifieke fobiën te helpen minder angstig te zijn. Maar over waarom het werkt verschillen de meningen. In dit artikel verklaart Tim Carey vanuit de Perceptual Control Theory hoe en waarom exposure zou werken.
Warren Mansell doet onderzoek naar de werkingsmechanismen achter exposure met behulp van een virtual reality spinnen-taak. Een eerste publicatie daarover geeft aan dat het effect van exposure beter wordt als je je cliënt meer controle geeft over de taak (je cliënt bepaalt hoe dicht bij hij de spin laat komen).
Als je de MOl wil toepassen binnen bestaande kaders, zoals CGT, kom je daarbij dilemma’s tegen die vaak te maken hebben met het laten van meer controle aan de cliënt. Als beginnende MOL therapeut is het zaak om hierin steeds bewust te zijn van je doelen, en daar vooral de MOL doelen bij in het oog te houden. Hoe zuiver je daarmee in de leer wil zijn, bepaal je zelf. Een voorbeeld van een gemengde benadering vind je ook terug in werk van Warren Mansell, zoals dit artikel over het goed uitvoeren van gedragsexperimenten bij Borderline Personality Disorder.
Lees ook: Toegang tot wetenschappelijke artikelen en boeken, om zelf de artikelen kosteloos te kunnen downloaden als je niet meteen publiek toegang hebt.